Een oud vers, nog eens voorgedragen in De Kring circa 2004
de aarde scheurt onder je voeten
slokt alles op
moet zeker haar woede koelen
wat overblijft zijn smalle
paadjes modder waar
op handen en voeten de
overlevenden krioelen
paarden mensen poezen volgen de
drift van grazers
vluchten voor gevaar
duwen de ander in de diepte
hebben eendrachtig
geen oog voor elkaar
we kunnen nergens heen zeg je na
weer een dodelijke val
blijf toch staan
maar verstand is wel het laatste
waarmee
de door het lot gekusten zijn
begaan
jij wendt je blik af naar de
hemel waar groene wolken stormen
die ten afscheidsgroet de
letters liefde vormen
en dan verwaaien in het zwerk
zo dat zijn we tenminste kwijt
lijkt de aarde te zeggen en je
vraagt je af
wat nu dan nog respijt
langzaam raken de paden leger
wie nog niet in de afgrond is
gestort
vermindert vaart ziet
comfortabel hoe het beter wordt
we zijn al met lekker weinig!
roep je jolig
maar niemand die erom lacht
op deze onverwachte dag waarop
de werkelijkheid wordt
opgebracht
de stilte heerst zolang de zon
schijnt
wanneer regen uit de hemel
plenst
komt het spul weer in beweging
uit een diep gevoelde ongeweten
wens
begint het duwen en geploeter
van voren af aan
glijden velen
langs spiegelgladde hellingen de
schachten in
klinkt ijselijk gegil uit
duizend kelen
de aarde scheurt en het leven
verdwijnt
en wie het nog kunnen vertellen
bevechten elkaar het recht om
het laatste oordeel te vellen
ook jij bent er nog altijd bij
nou ja je ogen beter gezegd
je lichaam heb je eerder die
middag
in het Vondelpark te ruste
gelegd
waar het ontspanning vond in het
zomergras
terwijl jij de toekomst
overdacht
een vorm van meditatie waarmee
je de pijn in je harses verzacht
toen je getroffen werd door dit
naakte visioen van drift en nood
dat uit de bodem opstaat zoals
onvolwassen zielen uit de dood
en je blikveld binnendringt
onverschillig of je wil of niet
jij doet er hier niet toe
het gaat puur om de beelden die
je ziet
om wat er aan de hand is achter
het behang van alledag
om wat schijnbaar 's mensen
doodangst allemaal vermag
je ziet wat in de diepte
sluimert als voldongen feit
en weet je kunt nu nooit terug
meer naar de prerealiteit
want waar je straks ook komt in
je geliefde stad
altijd zoek je wel geweten naar
dat ene onbetreden pad
No hay comentarios:
Publicar un comentario